Pilot-onderzoek Cognitive FX-behandeling

Auteur(s): Marsh Königs
8 december 2023
Categorieën: Diagnostiek, Wetenschappelijke literatuur

Pilot-onderzoek Cognitive FX-behandeling

Aanleiding
In Nederland lopen per jaar 80.000 mensen traumatisch hersenletsel (THL) op. 90% hiervan heeft licht traumatisch hersenletsel, ook wel een hersenschudding genoemd. 10-30% van deze mensen hebben langer dan 3 maanden nog klachten zoals vermoeidheid en overprikkeling en daarmee forse beperkingen in het dagelijks leven. Wereldwijd is er helaas nog geen curatieve behandeling beschikbaar. 

In Amerika heeft Cognitive FX (CFX) een zogenaamde EPIC-behandeling ontwikkeld, die herstel claimt ten aanzien van neurovasculaire koppeling: de relatie tussen neurale (zenuw)activiteit en de doorbloeding op die locatie. Dit is een fysiologisch proces waarbij de bloedtoevoer toeneemt bij hersenactiviteit in een bepaald gebied. Deze behandeling is erg duur, wordt niet vergoed door je zorgverzekering en er is ook nog niet bewezen dat het daadwerkelijk werkt. In Nederland is er steeds meer belangstelling voor de behandeling van CFX: in de afgelopen jaren zijn bijna 600 mensen op eigen initiatief en – kosten naar Amerika afgereisd voor de behandeling. Omdat de effectiviteit ervan nog niet is onderzocht, financierde de Hersenstichting in 2020 een onafhankelijke pilot-onderzoek naar de effecten van de EPIC-behandeling. Dit onderzoek werd uitgevoerd onder leiding van Marsh Königs en is inmiddels afgerond. Het doel hiervan was om onafhankelijke informatie over de werking van de behandeling beschikbaar te maken. Hiermee is niet de effectiviteit aangetoond; daar is een randomized controlled trial (RCT) voor nodig en daar is meer budget voor nodig. 

N.B. Een behandeling wordt volgens de Nederlandse wet pas als werkzaam gezien, als is aangetoond dat de behandeling beter werkt dan een placebo. 

Onderzoek
Er zijn interviews afgenomen met ontwikkelaars van CFX over de inhoud en grondgedachten van CFX. Daarnaast hebben focusgroepen plaatsgevonden met experts uit Nederland over de mogelijke werkingsmechanismen. Ook zijn CFX deelnemers geïnterviewd over hun ervaringen. Er is een kwalitatief en een kwantitatief onderzoek uitgevoerd. 

64 deelnemers zijn gevolgd. Bij hen is voor de behandeling bij CFX een intake afgenomen en hebben verschillende meetmomenten plaatsgevonden:

  • T0 = Twee weken voor de behandeling; een fysieke meting waarbij verschillende vragenlijsten en functietesten zijn afgenomen.
  • T1 = Eén week na de behandeling zijn er vragenlijsten afgenomen. 
  • T2 = Eén maand na de behandeling werden vragenlijsten afgenomen en functietesten gedaan.
  • T3 = Zes maanden na de behandeling zijn vragenlijsten en functietesten afgenomen. 

Resultaten
De ontwikkelaars van CFX geven aan dat ze een samengestelde behandeling aanbieden die steeds uit eenzelfde cyclus bestaat: Prepare – Activate – Rest. Er is sprake van continue, niet empirische doorontwikkeling van de behandeling: de therapeuten passen soms andere interventies toe; bij positief effect wordt dit behouden in de behandeling van volgende klanten. CFX heeft zelf geen eenduidige opvatting over het veronderstelde werkingsmechanisme. 

Experts achten vooral non-specifieke mechanismen zoals erkenning en bejegenen, het verminderen van angst en stress, geloof en vertrouwen, doorbreken van gedragspatronen en verandering van ziekteperceptie plausibel. 

Uit de resultaten van het volgen van de deelnemers blijkt:

  • Er is vooruitgang in de (perceptie van) functioneren op zowel korte termijn (T0 – T2) als lange termijn (T0 – T3): wat betreft symptoomlast, psychologisch functioneren (angst, depressie, vermoeidheid en slaapproblemen), prestatietesten op gebied van visus en cognitie en algemeen functioneren (gemeten met USER-P). De balans verbetert niet. 
  • 1 maand na de behandeling heeft 69% van de deelnemers minder klachten.
  • 6 maanden na de behandeling heeft 77% van de deelnemers minder klachten.
  • Er is ook een deel dat zich minder goed voelt na de behandeling (ongeveer 10%). 
  • Er verandert weinig in de periode na de behandeling (T2 – T3).
  • 6 maanden na de behandeling geven mensen aan dat ze beter mee kunnen doen aan de maatschappij, echter productiviteit met betrekking tot school, studie of werk neemt niet toe. Dit is mogelijk te verklaren doordat mensen vaak al lang niet meer aan het werk waren.

Conclusie
De CFX behandeling gaat gepaard gaat met veranderingen in functionele connectiviteit: namelijk een verandering in klachten voor én na de behandeling. Er werd echter niet duidelijk gevonden dat de veranderingen in functionele connectiviteit samenhangen met de verandering in klachten; en wat dus de oorzaak is dat de functionele connectiviteit verandert. Dit maakt dat er geen direct bewijs is dat de behandeling werkt: de bijdrage van de eerder genoemde non-specifieke behandelmechanismen aan het verminderen van klachten is onduidelijk.

In een vervolg, hypothese gedreven onderzoek kan gekeken worden welke aspecten beter werken voor de verschillende groepen mensen (gebaseerd op de klachten die ze ervaren). Ook kan er gekeken worden welke behandelcomponenten in de Nederlandse zorg geïntegreerd zouden kunnen worden. Hier moet nog financiering voor komen. 

 Uitgebreidere informatie is beschikbaar, neem gerust contact met ons op via onze mail wetenschapscommissie@cognitieverevalidatie,nl!